GAND-EECLOO-BRUGES
LIJN 57 in het begin en later lijn 58
GAND-EECLOO-BRUGES
De " Sociéte anonyme de Chemin de fer d'Eeclo à Gand" gesticht op 2 augustus 1859 (B.S 14.8.1859) startte eerst met de bouw van het stuk tussen Gent en Eeklo waarvan de uitbating begon op 25 juni 1861.
Bij de start van de uitbating reden in de zomermaanden (mei tot october) 4 treinen per dag en in de winterperiode (november tot april) slechts 3. De volgende stations lagen op de lijn: Wondelgem, Evergem, Sleidinge en Waarschoot.
Zendingen tot en met 10 kg werden tegen een speciaal vast tarief van 25 centiem aan huis bezorgd in de gemeenten waar er een station gevestigd is. Voor de andere en / of grotere zendingen buiten de lijn diende de afzender de vervoerdienst op te geven waaraan de zending moest overgemaakt worden.
De maatschappij "Société anonyme du Chemin de fer d'Eecloo à Bruges" werd opgericht op 13 februari 1862 (B.S.1.3.1862) waarvan het eerste gedeelte Eeklo-Maldegem reeds in dienst werd genomen op 16 november 1862 met de volgende stations: Balgerhoeke en Adegem. Het traject Maldegem-Brugge met de stations van Sijsele en Steenbrugge werd in gebruik genomen op 22 juni 1863. Het station van Donck word voor het eerst vermeld in een Duitse spoorweggids van 1892. De halte van Assebroek werd pas op 1 mei 1903 in gebruik genomen.
In het station in Brugge was er op dit moment aansluiting met de staatslijnen naar Gent en Oostende en met de lijn van de Flandre Occidental .
Vanaf 06-01-1867 werd de lijn Eecloo-Bruges overgenomen door de "Sociéte anonyme de Chemin de fer d'Eeclo à Gand " en bij KB van 17-02-1867 werden de GAND-EECLOO en de EECLOO-BRUGES samengevoegd en uitgebaat onder de nieuwe benaming "Société générale d' Exploitation" om na faling van deze maatschappij uitgesproken op 13-01-1877 opnieuw uitgebaat te worden door de "Sociéte anonyme de Chemin de fer d'Eecloo a Gand". De maatschappij bleef onder deze benaming verder werken tot aan de voorlopige overname van de staat eind 1896 (01-01-1897 volgens andere bronnen) die bekrachtigd werd bij KB van 28-05 en 13-06 1904 (BS van 5 en 23 juni 1904.
In tegenstelling met de andere private spoorlijnen hadden reeds in 1864 de stations van Gand-Eecloo, Sleidinge, Eecloo, Balgerhoeke en Maldegem een telegraafkantoor. Brugge had reeds een telegraafkantoor op 1 september 1851(staatslijn). In 1867 kwam Waerschoot daar ook nog bij. Er werden geen telegraafkantoren meer bijgevoegd voor 1875. In de lijst van de "Guide de la correspondance télégraphique van 01-07-1911 (1906 volgens een oudere treingids) staan verder nog volgende stations met een telegraaf vermeld: Adegem, Donck, Evergem, Steenbrugge, Sysseele en Wondelgem vermeld.
Na de overname door de Staatsspoorwegen werd de lijn gedegradeerd tot een lokale zijlijn. In het spoorboekje van 1904 wordt de lijn nog als lijn 57 genummerd. In het spoorboekje uit 1935 is de huidige nummering naar lijn 58 te zien. Samen met de opkomst van de auto luidde dit de neergang in. De laatste passagierstrein vertrok op 26 februari 1959 omstreeks 21.30u naar Brugge, waarna het reizigersverkeer werd overgenomen door autobussen. In datzelfde jaar werd het goederenvervoer tussen Sijsele en Assebroek stopgezet. In 1962 werden de sporen opgebroken. Vanuit de andere richting bleef tussen Donk en Sijsele nog enkel militair vervoer naar Sijsele, maar ook dit werd in 1962 stopgezet en kort daarna werden ook hier de sporen opgebroken. Tussen Brugge en Assebroek werd het goederenverkeer stopgezet op 1 augustus 1967. Een jaar later werden eveneens de sporen opgebroken .
De verbindding (enkelspoor) Gent-Eeklo heeft tot op heden nog een reguliere dienst die vanaf Gent Dampoort via dubbelspoor aansluiting heeft met Gent St Pieters (lijn 50).
Een (nooit uitgevoerde) heropstanding.
Steenbrugge en Assebroek (Brugge), thans fietspad Abdijenroute.
Nochtans, de NMBS zocht een middel om het steeds drukker wordend treinverkeer op de lijn 50A Brugge - Gent te ontlasten. Het goederenverkeer Zeebrugge - Antwerpen rechtstreeks via L58 Maldegem - Eeklo sturen werd als plausibele oplossing naar voor geschoven. Daarvoor zou alles op dubbelspoor met elektrificatie worden gebracht, met inclusief een nieuwe brug over het Schipdonkkanaal in Balgerhoeke. Probleem echter werd het kanaal Gent-Brugge in Assebroek-Steenbrugge. Die - inmiddels verdwenen - brug moest stedenbouwkundig door een hoge vaste brug worden vervangen.
Daarvoor werd in het Brugse spooremplacement ondertussen al voorbereidingen getroffen. Het naar het noorden afwijkende L58-spoor, achter het huidige Bombardier richting Steenbrugge, werd op een verhoogde berm heraangelegd en alvast tijdelijk van een stootblok voorzien. Ondertussen verkreeg een AD-warenhuis langs de Baron Ruzettelaan een bouwvergunning om dwars op het tracé van de lijn hun filiaal op te richten. De wakkere observator, echter, zal niet naast het eigenaardige dakgootprofiel kunnen kijken: een hoog gedeelte staat naast een ingezonken laag gedeelte. Het is juist daar, in het verlengde van dat lagere gedeelte, dat de spoorwegbrug was voorzien. De trein zou dus letterlijk over het warenhuis heen rijden.
Nu, tientallen jaren verder, ligt alles zoals het er toen ook al bij lag. Steenbrugge-Station werd een nieuwe woonwijk, het verhoogde stootbloklijntje wacht nog steeds op de uitvoering en het AD-warenhuis wordt nog steeds, al dan niet met een brug, overreden. Er is een fietspad aangelegd op het spoortracé door Assebroek en Ryckeveldebos. De fietsroute tussen Steenbrugge en Maldegem is zo'n 11 km lang en draagt de naam Abdijenroute, verwijzend naar de nabijgelegen Sint-Trudoabdij en het klooster Engelendale. De route is een van de groene assen in beheer van de provincie West-Vlaanderen.
Sijsele-station staat er nog en is in ombouw als nieuw jeugdhuis en de originele noodbrug uit de oorlog 40-45 over het Schipdonkkanaal in Balgerhoeke, de huidige brug dus, werd als monument beschermd. De plannen L58 werden opgeborgen en L50A (Brugge - Aalter - Gent) komt nu toch definitief op vier sporen. L58 kon dus museumlijn worden.
Uurrooster 1913 van de lijn BRUGGE-EECLOO-GENT en terug
Openingsdata (maatschappijen Eeklo-Gent en Eeklo-Brugge):
- Gent - Eeklo: 25 juni 1861
- Eeklo - Maldegem: 16 november 1862
- Maldegem - Brugge: 22 juni 1863
Op het baanvak Eeklo - Brugge werd het reizigersverkeer opgeheven op 26 februari 1959.
HOE DE AFKORTINGEN IN DE BESCHRIJVING VAN DE STEMPELS TE LEZEN...
DD = dag
MM = maand in Arabische cijfers
XX = maand in Romeinse cijfers
UU = uur
YY = jaar 2 cijfers
YYYY = jaar 4 cijfers
Voor de dag-uur of jaarafkortingen is er ook nog de combinatie met 1 cijfer die vervangen wordt door een platte streep of een zwart blokje (deze variabels in de datumblok worden enkel vermeld in de vooroorlogse (1879-1914) spoorweguitgiftenuitgiften
GAND (EECLOO)
Ooit stonden er zelfs twee stations aan de Dampoort (foto 1), zij het dat die aan de andere kant stonden van de huidige spoorwegbrug. Links op de foto uit 1865 ziet u het toenmalige station voor de lijn Gent-Eeklo, terwijl aan de rechterkant het station staat voor de lijn van Antwerpen naar Gent. Dat waren allebei 'kopstations': de trein stopte er en keerde terug, er was dus geen rechtstreekse spoorverbinding van Antwerpen naar Eeklo: daarvoor moesten de mensen afstappen en te voet het Antwerpenplein oversteken.
Aan die situatie kwam in 1911 een einde. Toen werd er een spoorverbinding gemaakt over de Dampoort, en tussen 1909 en 1912 werd er een spoorviaduct gebouwd over de Dampoort - het viaduct dat er nu nog altijd ligt. Op dat moment werd het station richting Antwerpen afgebroken en werd het Eeklo-station uitgebouwd tot het enige station Gent-Dampoort (foto 2). Maar ook die situatie was niet voor eeuwig. In 1973 werd er beslist dat het Dampoortstation beter aan de andere kant van het spoorwegviaduct kon staan, dichter bij het stadscentrum. Daarom werd toen het oude station afgebroken (het maakte plaats voor de busperrons die er nog altijd liggen) en werd het huidige Dampoortstation gebouwd. Dat kwam naast het goederenstation Gent-Dampoort (foto hieronder) dat inmiddels ook al is verdwenen: het werd gesloopt in het voorjaar van 2000.
Station werd geopend op 01-09-1861 en vanaf 20-12-1865 werd het gemeenschappelijk met de lijn GENT-TERNEUZEN en vanaf 1886 ook gemeenschappelijk met de staatslijn. Er werd een nieuw station gebouwd (1910-1911) waar ook het oude station van de Waaslandlijn (ondertussen ook een staatslijn) deel van uit maakte. De lijn Gent-Eecloo-Brugge werd op 29-06-1897 overgenomen door de staat en de lijn GENT-TERNEUZEN per 1 april 1930 . Vanaf 1910 kreeg het station de nieuwe benaming GAND PORTE D'ANVERS / GENT DAMPOORT
TYPE A
GAND(EECLOO)
TYPE B
GAND(EECLOO)
TYPE C
GAND-EECLOO / ╬ ╬
GAND (EECLOO) / FACTEUR N°1
TELEGRAAF
GAND (EECLOO)
TYPE D
GENT DAMPOORT 1 / GAND PORTE D'ANVERS
GENT DAMPOORT 2 / GAND PORTE D'ANVERS
GENT DAMPOORT 3 / GAND PORTE D'ANVERS
GENT DAMPOORT 4 / GAND PORTE D'ANVERS
GENT-DAMPOORT / GAND PTE- D'ANVERS
STATIONSNAAMSTEMPEL
GENT-DAMPOORT / GAND PORTE D'ANVERS
GENT-DAMPOORT
tekst onderste segment geschrapt: eentalig Nederlands
GENT/DAMPOORT
GENT (DAMPOORT) / NR
GENT DAMP. / NR
WONDELGEM
Station werd geopend op 01-09-1861 en is vanaf 20-12-1865 gemeenschappelijk met de lijn WONDELGEM-SELZAETE , onderdeel van de lijn GENT-TERNEUZEN . Er werd een nieuw station gebouwd (01-08-1902 ) op de westelijke oever van het kanaal GENT-TERNEUZEN en het oude station werd WONDELGEM-RACCORDEMENT en herbouwd in 1906
Bak- en hardstenen gebouw in decoratieve verwerking met neo-Vlaamse renaissancestijl. Hoofdgebouw bestaande uit een brede vleugel van negen traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (pannen) met dakkapelletjes en zware vorstkam en rechts ervan hoger opgetrokken woonhuis van twee bouwlagen onder gelijkaardig dak. Getoogde vensters met doorlopend waterlijstje. Zijpuntgevels afgewerkt met arduinen schouderstukken en kroonlijst uitlopend in topstuk. Links van het hoofdgebouw kleiner alleenstaand dienstgebouwtje in dezelfde stijl
De lijn GENT-TERNEUZEN werd per 1 april 1930 overgenomen door de staat en het traject Wondelgem-Zelzate werd gesloten voor passagiers op 15-04-1939. Op het traject GENT-EEKLOO werd het station gesloten op 03-06-1984 voor reizigers doch op 29-05-1988 werd het terug opengesteld
Het station van Wondelgem werd aangeduid als beschermd monument, geldig vanaf 19-03-2002 en als bouwkundig erfgoed vanaf 14-09-2009
TYPE A
WONDELGHEM
TYPE A
WONDELGEM
TYPE C
WONDELGEM / ╬ ╬
TYPE D
WONDELGEM N° 1 / ╬ ╬
TYPE D
WONDELGEM / ╬ ╬
verzendingsformulier expressgoed, frankering van verzendingsformulier ijlgoed, BAREMA II 76 frank voor een pakje van 8.5 kg verzonden van REKENING COURANT frankering 113 frank uit WONDELGEM via Gent- st Pieters naar Brussel voor een pakje van 9.5 KG van uit WONDELGEM naar Gent
WONDELGEM / STATIONSNAAMSTEMPEL
WONDELGEM / VAART
TYPE D
WONDELGEEM / VAART
WONDELGEM -RACCTG
COPIJ VAN EEN STEMPEL OP EEN VRACHTBRIEF
EVERGEM
Het station
werd (voor het eerst) geopend op 25 juni 1861. In 1958 werd het gesloten omwille van ophogingswerken bij de aanleg van
een brug over de Ringvaart.
Het toen aanwezige stationsgebouw (standaardtype 1895 R3, zie postkaart), dat met de sluiting van het Station Evergem mee gesloopt werd, was opgetrokken door de Belgische staat. Het verving een ouder station (hiervan zijn geen afbeeldingen gekend) gebouwd door de private spoorwegonderneming "Chemin de fer Gand - Eecloo", dat met de nationalisatie van "Gand - Eecloo" plaats moest ruimen.
In 2002 werd het spoorwegcomité Gent - Eeklo opgericht, dat vanaf het begin het heropenen van station Evergem bepleitte. Nadat meerdere studies werden uitgevoerd, ging de NMBS met dit voorstel akkoord. Op 15 januari 2007 werd de nodige bouwvergunning afgeleverd, en konden de eigenlijke werken beginnen. Oorspronkelijk werd 1 juni als openingsdatum gehanteerd, maar omwille van vertragingen werd het 10 juni. Om 6h47 die dag stopte er voor het eerst sinds 49 jaar weer een trein in Evergem.
Men ambieerde 400 passagiers per weekdag, de oorspronkelijke prognoses gingen van dat cijfer uit. De eerste jaren bleef het cijfer onder de verwachtingen (volgens de tellingen van oktober 2007 slechts 103 per dag), maar de reizigersaantallen zaten de volgende jaren in stijgende lijn; volgens de tellingen van 2009, die geheim gehouden worden maar toch uitgelekt zijn, waren het toen 174 reizigers per dag. Pendelaars en scholieren leken het station langzamerhand te ontdekken. Sinds het Instituut voor Muziek en Dans naar Evergem is verhuisd, wordt het station onder andere door een groot deel van de leerlingen van die school gebruikt.
Het station heeft geen stationsgebouw of loket, in plaats daarvan kan men tickets aan een automaat bekomen. Het perron is 180 meter lang en uitgerust met 2 schuilhuisjes. Het perron heeft een hoogte van 76 centimeter, wat het in- en uitstappen gemakkelijker maakt. Er is een fietsenstalling die voorzien is van 56 overdekte plaatsen. Het station ligt boven de grond en is bereikbaar door middel van een trap; tevens is het via een oprijhelling toegankelijk voor gehandicapten en mensen met kinderwagens. De meer kost hiervan kwam toe aan de gemeente Evergem die vragende partij was.
EVERGEM
TYPE A
EVERGEM
TYPE C
EVERGEM / ╬ ╬
TYPE D
EVERGEM / ╬ ╬
TYPE E
EVERGEM / ╬ ╬
SLEYDINGE
Station werd geopend op 01-09-1861 en gesloten voor reizigers op 03-06-1984 ,heropend als onbewaakte stopplaats op 29-5-1988. Naamsverandering SLEIDINGE 01-02-1938
Voormalig station met lokettenzaal en woning, thans enkel
stopplaats van de trein en station ingericht als café De Boemeltrein. Typische
stationsarchitectuur voor de lijn Gent-Eeklo, aangelegd in 1861 en gebouwd in
1911 in de plaats van een eerste houten stationnetje van 1901. Gebouw van gele
baksteen met centraal gedeelte van drie traveeën en twee bouwlagen onder
zadeldak (pannen) geflankeerd door één bouwlaag hoge vleugels van
respectievelijk één en vier traveeën onder zadeldak met omlopende gelobde
houten kroonlijst. Travee-indeling door lisenen verbonden door een muizentand,
rondboogvormige deuren en benedenvensters en getoogde bovenvensters. Oculi in
zijtoppen. Perronzijde met luifel voor de lokettenzaal.
Het voormalige wachthuisje is bijna een exacte kopie van haar evenknie in Station Waarschoot. Doch in tegenstelling tot het genoemde wachthuisje in Waarschoot, dat nog in gebruik is en kort voor 2009 gerenoveerd werd, verkeert het wachthuisje van Sleidinge in slechte staat. Het is niet meer toegankelijk voor reizigers en de toegangsopeningen zijn dichtgemetseld. Het bevindt zich op het oude perron dat niet meer voor reizigers toegankelijk is.
Naar aanleiding van het IC/IR-plan, dat een algehele sluiting van niet rendabele stations vooropstelde, werden op 3 juni 1984 op spoorlijn 58 de stations van Sleidinge, Waarschoot, Wondelgem en Gent-Muide gesloten. Vanwege hevige protesten van onder andere buurtbewoners werden deze stations, op Gent-Muide na, amper vier jaar later alweer heropend. In 2007 werd uiteindelijk ook het station van Evergem, dat eerder dan bovengenoemde werd gesloten, heropend.
( info Wikipedia)
TYPE A
SLEYDINGE
TYPE C
SLEYDINGE / ╬ ╬
TYPE D
SLEYDINGE N° 2 / ╬ ╬
SLEYDINGE
/ ╬ ╬
SLEIDINGE/ ╬ ╬
SLEIDINGE (STATIONSNAAMSTEMPEL
28 x 6 mm)
WAERSCHOOT
Station werd geopend op 01-09-1861 en gesloten voor reizigers op 03-06-1984
naamsverandering WAARSCHOOT 01-02-1938
heropend als onbewaakte stopplaats op 29-5-1988
Typisch plattelandsstationnetje op de lijn Gent-Eeklo, in zijn huidige vorm daterend van 1903.
Hoofdgebouw van één + drie + drie traveeën en respectievelijk één, twee en één bouwlagen onder lage verspringende zadeldaken (pannen, nok parallel met de straat). Baksteenbouw op arduinen plint, geritmeerd door pilasters, onder de gootlijn verbonden door baksteenfriezen. Rondboogvormige deuren en benedenvensters, onder booglijsten op imposten; getoogde bovenvensters en oculi in zijtopgevels. Rechter zijgevel met spiegel van vroegere gemeentenaam.
Gelijkaardige perronzijde, voorheen met luifel. Links van het hoofdgebouw, vroeger goederenmagazijn van drie en twee traveeën onder verspringend laag zadeldak in een identieke stijl, geritmeerd door getoogde vensters.
Rechts, gelijkaardig gebouwtje van twee traveeën met onder meer toiletten.
TYPE A
WAERSCHOOT
TYPE c
WAERSCHOOT / ╬ ╬
TYPE D
WAERSCHOOT / ╬ ╬
TYPE E
WAERSCHOOT / ╬ ╬
NOODSTEMPEL
WAERSCHOOT
TYPE E
WAARSCHOOT / ╬ ╬
EECLOO
Station werd geopend op 25-06-1861 voor de lijn GAND-EEKLOO.
Verbinding EEKLOO-MALDEGHEM in gebruik 16-11-1862.
Verbinding EEKLOO-BRUGGE werd gesloten voor reizigers op 26-02-1959.
Eeklo, toch een districtshoofdstad, wordt als een der laatste in het land verbonden met het spoorwegnet. Dit is te wijten aan het conservatisme en de kortzichtigheid van de bestuurders, niet alleen van Eeklo, maar van verschillende gemeenten. In Eeklo gaat de discussie voornamelijk over de inplanting van het station. Er zijn notabelen die het station in het centrum van de stad willen. Uiteindelijk beslist Isidoor Neelemans, concessiehouder van verschillende spoorlijnen, broer van Eduard Neelemans (politiek actief in Eecloo, industrieel en historicus) het station aan de ingang en de rand van de stad te bouwen. In januari 1859 worden in Eeklo de werken al gestart voor het bouwen van de statiegebouwen van den ijzeren weg die reeds in den loop van 1860 een nieuwe en vlugge gemeenschap met Gent teweeg brengt.
Er werd ook vanuit Eecloo in 1867 een nieuwe maatschappij opgericht, de EECLOO A ANVERS, die een verbinding wilde maken over Assenede naar Selzaete om zo aan te sluiten op de lijn GENT-TERNEUZEN en zo verder te gaan over Moerbeke naar ST Gilles om een aansluiting te krijgen via de lijn TERMONDE A TERNEUZEN om van daaruit langs ST Nicolas naar Antwerpen te gaan.
Er waren ook plannen om een spoorweglijn aan te leggen tussen Roeselare via Eekloo naar Zelzate, aanvraag voor een concessie ingediend door Emm.Hoyois & Co in 1864, doch deze werd niet verleend.
TYPE A
EECLOO
TYPE C
EECLOO / ╬ ╬
TYPE D
EECLOO N° 1 / ╬ ╬
TYPE D
EECLOO N° 2 / ╬ ╬
TYPE D
EECLOO N° 4 / ╬ ╬
TYPE D
EECLOO /DEPART
TYPE D
EECLOO /FACTAGE
TYPE D
EECLOO / BAGAGES
TYPE D
EECLOO / N° 2
TYPE D
EECLOO 2 /╬ ╬
EECLOO K / ╬ ╬
EECLOO K / ╬ ╬
EECLOO B / ╬ ╬
EECLOO R / ╬ ╬
TYPE Db
EECLOO / N° 1
EECLOO / N° 2
EECLOO
POSTSTEMPELS voor de verzending van kleine pakjes afgegeven in het postkantoor
EECLOO
WEEGSTEMPEL
EECLOO
NOODSTEMPEL
EECLOO / TELEGRAAF
EEKLOO
TYPE D
EEKLOO / N° 2
EEKLOO / N° 3
EEKLOO / N° 4
EEKLOO K / ╬ ╬
EEKLOO R / ╬ ╬
TYPE E
EEKLOO / ╬ ╬
TYPE F
EEKLOO
EEKLOO / TELEGRAAF
EEKLO
TYPE D
EEKLO / Nr 2
tweede O weggekapt
EEKLO / Nr 3
tweede O weggekapt
EEKLO / REIZIGERS
EEKLO / FACTAGE
EEKLO / AANNEMING
EEKLO / GOEDEREN
BALGERHOEKE
Station werd geopend op 16-11-1862, gesloten op 02-06-1959 en gesloopt in 1865
De lijn Eeklo-Maldegem werd in 1862 aangelegd in het verlengde van de lijn Eeklo-Gent van 1861 onder impuls van ingenieur Isidoor Neelemans van Eeklo. Op 1 mei 1862 startten de werken aan de brug van Balgerhoeke, de eerstesteenlegging vond plaats op 9 juni 1862. In september 1862 werd de brug in gebruik genomen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog, meer bepaald op 24 mei 1940 werd de brug vernietigd. De huidige brug is een reconstructie van 1947. De metalen spoorwegbrug betreft een typologisch goed bewaard voorbeeld van een hefbrug van 1947 voor spoorwegverkeer op de lijn Eeklo-Maldegem, aangelegd in 1862, met twee vaste oeververbindingen. Bruggenhoofden: landhoofden en middenpijler in baksteenmetselwerk. Middenpijler ook met natuursteen en/of beton. Val met bedieningspasserel, rijdek (hout) en treinsporen opgehangen aan bovenbouw. Onderling gekoppelde heftorens bestaande uit lichte geklonken, gedeeltelijk gelaste, open vakwerkbalken op betonnen voeten en/of rechtstreeks op de pijlermassa. Boven op de heftorens zijn vrij zware kabelschijven opgesteld. Versterkte verbindingen tussen heftorens en kabelschijflageringen met geklonken hoekprofielen. De contragewichten bewegen buiten de heftorens. Een ijzeren bedieningsladder staat tegen één van de heftorens. Valconstructie met hoofdliggers met volle geklonken lijfplaten. De vaste rijdekken zijn voorzien van betonnen platen in plaats van houten planken (blokken).
TYPE A
BALGERHOEKE / OBLONG
TYPE C
BALGERHOEKE / ╬ ╬
TYPE D
BALGERHOEKE / N° 1
TYPE D
BALGERHOEKE / ╬ ╬
BALGERHOEKE / TELEGRAAF
BALGERHOEKE / STATIONSNAAMSTEMPEL
ADEGEM
De inhuldiging van de spoorweg op 16-11-1862 mocht niet onopgemerkt voorbijgaan. De gemeenteraadsleden machtigden de heren schepenen "den heer Concessionaris met zijn gevolg te onthalen, hem den erewijn te schenken en de aankomst en vertrek van den trein met kanonschoten te laten begroeten". Halte vanaf 28-02-1898. Gesloten voor reizigers 26-02-1959. Op de rechter foto bemerken we 3 personen op het "houten" perron ("de duivel"), dat telkens werd verwijderd wanneer de trein vertrokken was: het zou immers het verkeer naar het Broekelken onmogelijk hebben gemaakt.
De laatste stationschef
Oscar Lateste, laatste Adegemse stationschef, draait zijn bareel voor de laatste keer dicht. De trein stoomde iets langer dan een eeuw doorheen Adegem, zonder noemenswaardige ongevallen te veroorzaken. Zoals bij elk spoorwegman was ook bij de heer Lateste veiligheid de hoofdzaak en het is dan ook aan hem en aan zijn attente voorgangers te danken dat het reizen per spoor het veiligste middel was om zich te verplaatsen.
Heemkundige Kring Het Ambacht Maldegem 1986.
TYPE C
ADEGEM / ╬ ╬
TYPE D
ADEGEM / ╬ ╬
verzameling P.Gheysels
MALDEGHEM / MALDEGEM
De
stationssite aan het huidige Stationsplein omvat verschillende spoorweggebouwen
opgericht na de aanleg in 1862-63 van de spoorlijn Eeklo-Brugge door de
"Société Anonyme du Chemin de Fer d'Eecloo à Bruges" als uitbreiding
van de concessielijn Gent-Eeklo van 1861 op initiatief van de Eeklose fabrikant
Isidoor Neelemans. Het eerste tracé tot Maldegem met typisch
plattelandsstationnetje werd op 16 november 1862 feestelijk ingehuldigd. De
keuze van de locatie op de toen slechts sporadisch bebouwde Eelveldse akker ten
zuiden van het dorpscentrum was bepaald door de ruime expansiemogelijkheden.
Van een stationsplein was toen nog geen sprake. Sinds 1897 werd de spoorlijn
voorlopig en vanaf 1904 definitief beheerd door de Belgische staat. De eerste
vergrotingsplannen en een plan voor de bouw van een schuilplaats voor reizigers
dateren van 1923-24 en zijn een ontwerp van de Gentse architect August Desmet,
werkzaam bij de spoorwegen in deze periode. Vermoedelijk werden ze slechts
deels gerealiseerd. Een volgende uitbreiding gebeurde in 1931 met het
dienstgebouw rechts van het stationsgebouw en een woning
voor het personeel,
Stationsplein 2. De in 1926 opgerichte Nationale Maatschappij der Belgische
Spoorwegen liet in 1934 tussen het stationsgebouw en de personeelswoning een
nieuwe goederenloods optrekken naar ontwerp van de spoorwegarchitect Pol
Nouille.
In 1959 werd beslist de lijn tussen Brugge en Eeklo af te schaffen voor het reizigersverkeer. Tot april 1988 bleef nog goederenverkeer toegestaan naar Eeklo. Intussen was in Maldegem een stoommuseum opgericht in de Bogaardestraat, sinds 1985 als vzw Stoomcentrum Maldegem erkend. Sinds 1987 hebben ze locatie in het stationsgebouw en werd een loods voor het spoormuseum met talrijke stoomtuigen, locomotieven en spoorvoertuigen opgericht tegenover het station. In 1990 kon het gebouw aangekocht worden en werd het intussen als museumspoorlijn erkende tracé opnieuw in gebruik genomen voor toeristische stoomtreinexcursies.
Het nu witgeschilderd stationsgebouw op gepikte plint, representatief voor een plattelandsstationnetje en vergelijkbaar met de overige stationnetjes op de lijn Gent - Eeklo die duidelijk in serie opgetrokken waren. Kenmerkend voor dit typestation was de sobere baksteenarchitectuur met in oorsprong een volledig symmetrische en zeer herkenbare plattegrond en opstand. Dominerend centrale hoofdvolume van drie traveeën en twee bouwlagen onder pannen zadeldak en twee lage, licht terugwijkende vleugels van elk twee traveeën onder laag hellende zadeldaken. De lagere, rechtse aanbouw onder plat dak werd vermoedelijk in 1923 toegevoegd. Kenmerkende identieke straat- en perrongevels, hier wel met een verhoogd pseudo-frontonnetje met oculus aan de straatzijde, met een verzorgde plastische afwerking. Markerende hoekpilasters lijnen de spaarvelden af waarin de vensters gevat zijn. Begane grond sterk geritmeerd door rondboogvormige vensters en deuren in dito nissen en afgewerkt met een bakstenen booglijst op arduinen imposten. Licht getoogde bovenvensters in dito nissen, deuren en vensters in de zijvleugels met getoogde waterlijstjes op rechte aanzetten. Accentuerende doorgetrokken arduinen dorpels op de bovenverdieping en overstekende houten daklijsten. Gedrukte zijpuntgevel eveneens met spaarvelden afgewerkt. In de linkerzijgevel en aan de perronzijde vermelden spiegels de gemeentenaam met in wit geschilderde letters op de gebruikelijke blauwe achtergrond. Een emailplaat met opschrift "Nat-le Maatschappij van Belgische Spoorwegen" werd naast de deur aan de perronzijde aangebracht. Rechts van het stationsgebouw, voormalig telegraafgebouw, volgens het kadasterarchief gebouwd in 1931. Oranjerode bakstenen gebouw op gecementeerde plint, van zes traveeën en één bouwlaag onder een laag pannen zadeldak. De identieke straat- en perrongevel werden, analoog aan het stationsgebouw voorzien van spaarvelden waarin de getoogde, soms gekoppelde deuren en vensters gevat zijn. Bakstenen waterlijstjes bekronen hier ook de muuropeningen. Vernieuwd bruin houtwerk met behouden indeling. Recent gerestaureerd en herbestemd als lokettenruimte voor de toeristische treinreizen. Links en rechts van het stationsgebouw, typische geajoureerde betonnen afsluitingen, ontworpen en geplaatst door de spoorwegen. Links van het stationsgebouw, bewaarde bunker uit de Tweede Wereldoorlog. Betonnen, grotendeels ondergrondse constructie met gebogen dak, opgericht door de Duitsers in 1942
Op 11-06-1886 naamswijziging MALDEGHEM word MALDEGEM
Deze wijziging gebeurde niet op alle stempels; de telegraafstempel en de stempel POIDS RECONNU werden verder nog altijd met GH geschreven
TYPE A
MALDEGHEM / MALDEGEM
TYPE C
MALDEGEM /╬ ╬
TYPE D
MALDEGEM N° 1 /╬ ╬
MALDEGEM N° 2 /╬ ╬
MALDEGEM / N° 1
MALDEGEM / N° 2
TYPE E
MALDEGEM /╬ ╬
NOODSTEMPEL
MALDEGHEM
POID RECONNU AMALDEGHEM...............................KG
TELEGRAAF
MALDEGEM
TELEGRAAF
SYSSEELE
Na
de oprichting van een militair kwartier aan de Dorpsstraat in 1951 wordt een goederenspoor van en naar de
kazerne voorzien. In februari 1959 gebeurt het laatste personenvervoer met het
dieselbusje. In 1960 wordt de spoorweg Brugge-Maldegem opgebroken; in 1963
wordt de spoorverbinding met het militair kwartier afgeschaft.
Eenvoudig stationsgebouw, dieper gelegen aan de
westzijde van de Stationsstraat, ten noorden van het deels gekasseide Oud
Spoorwegpad. Opengewerkte betonnen afsluiting aan oostzijde. Vrijstaand
witgeschilderd, deels gecementeerd bakstenen volume op (deels) gecementeerde en
zwartgeschilderde plint. Centraal, licht vooruitspringend hoofdgebouw van drie
traveeën en twee bouwlagen, aan beide zijden geflankeerd door éénlagige
dienstvleugels van één travee, allen onder pannen zadeldaken (nok evenwijdig
met Oud Spoorwegpad; mechanische pannen). Licht uitkragende baksteenfries in
zijpuntgevels. Arduinen onderdorpels. Segmentbogige muuropeningen, op begane
grond onder eenvoudig druiplijstje met gestrekte uiteinden. Vernieuwd houtwerk
van vensters en deuren. Naam van halte "SIJSELE" in oost- en
noordgevel.
SYSSEELE
TYPE A
TYPE C
TYPE D
NOODSTEMPEL HANDGESCHREVEN DATUM
GEWICHT BEVONDEN TE
POIDS RECONNU A
SYSSEELE
............KG
SIJSSEELE
SIJSELE
TYPE D
SIJSELE
DONCK
Voormalig stationsgebouw aan de spoorlijn Maldegem-Brugge, aangelegd in 1863 als verlenging van de lijn Eeklo-Maldegem van 1862 en Gent-Eeklo van 1861. Het eerste station van het gehucht Donk werd in 1878-79 gebouwd, aan de rijksweg Gent-Eeklo-Brugge even voorbij de grenspaal tussen Oost- en West-Vlaanderen op grondgebied Sijsele in West-Vlaanderen. Een volledig nieuw stationsgebouw op Maldegem-Donk, voor de provinciale grenspaal, werd gebouwd door de NMBS naar ontwerp en onder leiding van architect August Desmet. Het bouwplan werd goedgekeurd op 29 mei 1931. Het station was een belangrijke halteplaats voor de bezoekers van het sanatorium van Sijsele. De spoorlijn bleef in gebruik tot 1959. De lijn werd opgebroken maar het stationsgebouw in Donk bleef bewaard. De NMBS verkocht het verlaten stationsgebouw in 1992 aan particulieren die het gebouw op een passende wijze renoveerden in functie van een nieuwe bestemming met woon- en kantoorruimten.
Het voormalige stationsgebouw met woning van Donk heeft nog zijn oorspronkelijk aanzien van 1932 behouden. Het opmerkelijke gebouw met een asymmetrische opbouw en sober gedecoreerde baksteengevels is van een kenmerkend stationstype in interbellumarchitectuur. Het gebouw is ontworpen door architect August Desmet (1887-1967) en vormt een treffend voorbeeld van zijn zakelijk-expressionistisch oeuvre.
Herbestemd tot kantoor en woonfunctie vormt het gebouw een boeiend voorbeeld van hergebruik met de nodige bouwkundige ingrepen en aanpassingen, doch ook met respect voor de authenticiteit en kwaliteit van het originele gebouw. Zo is bijvoorbeeld alle houtwerk vervangen, maar volgens het originele ontwerp vernieuwd. Ook was het noodzakelijk enkele binnendeuren toe te voegen om de circulatie binnenshuis mogelijk te maken. Karakteristiek is de opbouw met verschillende blokvormige bouwvolumes van het lage bedrijfsgedeelte en de belendende woning met verdieping voor de stationsoverste. Het stationsgebouw is opgetrokken in een sterk versoberde baksteenarchitectuur onder zwarte pannendaken, met slechts beperkt decoratief metselverband en rechthoekige muuropeningen. Een vooruitspringend en hoger opgetrokken middengedeelte van het stationsgebouw bevat een portiek met de hoofdtoegang tot de "wachtzaal 3de klas". Ook aan de andere zijde is de toegang tot het perron geaccentueerd. Overhoeks geplaatste glazen bouwstenen als bovenlicht van de overluifelde deuren in de straat- en de perronzijde geven een duidelijk modern accent. De beredeneerde ruimte-indeling toont rechts van de wachtzaal een ontvangstbureel en links de kleinere "wachtzaal 1ste en 2de klas" en een kamer voor de voorraadartikelen. Links aangebouwd zijn nog kleine magazijnen en dienstruimten. Typerend detail voor de stationsarchitectuur uit die tijd is het gebruik van blauw-witte keramiektegels met de plaatsnaam van de halte.
Het nog goed bewaarde interieur is bijzonder in de beide voormalige wachtkamers door het eigentijdse karakter met een ongebruikelijke decoratieve vormgeving van kleurrijke lambriseringen met effen wandtegels in zwart, blauw en rood. De vloeren zijn vernieuwd, met behoud van de oorspronkelijke kleuren en gelegd volgens de oude patronen. De vaste houten hoekbanken zijn deels bewaard, evenals de beglaasde deuren. Er zijn enkele deuropeningen toegevoegd in aangepaste stijl.
STATIONSNAAMSTEMPEL
STEENBRUGGE
Station werd geopend op 23-06-1863 en gesloten voor reizigers 26-02-1959 en voor goederen op 01-08-1967. In 1968 werden de sporen opgebroken en enkele jaren later verdween het station, enkelde verhoogde stootbloklijn is nog zichtbaar achter het bos en op de oude spoorwegbedding staat nu een AD Delhaize. Verderop richting Sijsele op de spoorwegbedding is nu een fiets-wandelpad. Het spoorwegmuseum van Leuven werd naar de oude stationssiteovergebracht waar de locomotieven een onderhoudsbeurt kregen alvorens een definitieve standplaats te krijgen "Train World " te Schaarbeek
TYPE A
TYPE C
TYPE D
NOODSTEMPEL
geen afbeelding beschikbaar
WEEGSTEMPEL
POIDS NON VERIFIE
AU DEPART
STATIONSNAAMSTEMPEL
ASSEBROEK
Assebroek werd pas een halte in 1903. Het eerste gebouwtje was een afgedankte spoorwegwagon. Na een artikeltje in een Brusselse krant over de slechte toestand werd kort daarna de nieuwe halte gebouwd
BRUGES
Het eerste station geopend op 12-08-1838 voor de staatslijn was in feite niet meer dan een wachtlokaal van de politie op de hoek van de steenstraat en het stationsplein (het latere 't Zand) .Het eerste station, werd in 1840-1841 gebouwd naar de plannen van architect A. Payen. Het werd gesloopt in 1879 en heropgebouwd in Ronse.
De algemene richtlijn was dat de stempel BRUGES hoofdzakelijk werd gebruikt voor de diensten op de lijn GAND-EECLOO-BRUGES alsook door de staatslijn tot aan de overname in 1896 .
BRUGES STATION werd hoofdzakelijk gebruikt in het begin enkel staatslijn en later gemengd met de FLANDRE OCCIDENTALE, tot aan de overname in 1906.
De afstempeling BRUGES CENTRAL is een stempel van de staatslijn doch werd ook gebruikt door de diensten van de FLANDRE OCCIDENTALE.
Het eerste station op 't Zand.
Het spoortijdperk begon in Brugge op 12 augustus 1838, met de plechtige ingebruikneming van de lijn Gent- Brugge. Dit gebeurde in aanwezigheid van koning Leopold I en koningin Louise-Marie. Een paar weken later, op 28 augustus, werd het baanvak Brugge - Oostende ingereden. In Brugge volgde de spoorlijn het tracé van de huidige Koning Albert I-laan en de Hoefijzerlaan. Het station stond op 't Zand. De stad beschikte echter nog niet onmiddellijk over een volwaardig stationsgebouw. In de beginjaren fungeerde een voormalig wachtlokaal van de politie (de Corps de Garde) als voorlopig station. Het eigenlijke stationsgebouw kwam pas in 1844 gereed. Het was opgetrokken in classicistische stijl. Ontwerper was Auguste Payen, de architect van de Belgische Staatsspoorwegen. Nauwelijks een paar decennia later voldeed het gebouw al niet meer. Door het toenemende succes van de trein en de opening van nieuwe spoorlijnen - naar Kortrijk in 1846-1847, naar Eeklo en Blankenberge in 1863 - was het te klein geworden. Het werd in 1879 gesloopt en kort nadien in Ronse heropgebouwd. Tot op vandaag blijft het een mysterie waarom het station van Ronse omgekeerd in elkaar werd gezet. Het station is inmiddels als monument beschermd en er loopt een studie naar de heropwaardering van de stationsomgeving.
Het tweede station op 't Zand.
In Brugge werd het vervangen door een groter stationsgebouw, dat in 1886 klaar was. Dit tweede Brugse station was, naar de toen heersende mode, in neogotische stijl, naar een ontwerp van de Antwerpse architect Joseph Schadde. Over de sporen heen was een overkapping van ijzer en glas gebouwd. Ook dit station zou geen lang leven beschoren zijn. De ligging ervan op 't Zand werd immers steeds meer als storend ervaren. De spoorweg isoleerde het West-Bruggekwartier (met de Boeveriestraat en de Smedenstraat) van de rest van de stad. In de hele binnenstad was er slechts één overweg, namelijk aan het begin van de Smedenstraat. Deze overweg was vaak en soms langdurig gesloten, wat bepaald hinderlijk was voor het verkeer van en naar Sint-Michiels, Sint-Andries, Torhout en Gistel. Voor het overige waren er enkel voetgangerstunneltjes aan de Boeveriestraat en de Lane. Daarom werd al in 1899 besloten de sporen op een aan te leggen spoordijk buiten de stad te brengen en een nieuw station te bouwen aan de rand van de oude binnenstad, net buiten de vesten.
Het derde station buiten de vesten
De werken startten in 1910, maar werden onderbroken tijdens de Eerste Wereldoorlog. Pas in 1935 werden zij hervat. In 1936 reden de eerste treinen over de nieuwe spoordijk. Twee jaar later was het nieuwe station zo goed als afgewerkt. In augustus 1938 kon het in gebruik genomen worden. De officiële inwijding vond op 1 april 1939 plaats. Dit derde Brugse station - dat thans nog steeds in dienst is - werd ontworpen door de architecten Josse Van Kriekinge en zijn zoon Maurice Van Kriekinge, die de hiertoe uitgeschreven architectuurwedstrijd gewonnen hadden. Het oude station op 't Zand werd pas na de Tweede Wereldoorlog in 1947-1948 gesloopt. 't Zand werd opnieuw een open plein, net zoals vóór 1838. Het spooremplacement ten zuiden van het plein werd omgevormd tot het Koning Albertpark, en in 2001-2002 verrees op een deel van het park het Concertgebouw. Op de vroegere spoorbedding ten noorden van 't Zand werd de Hoefijzerlaan aangelegd.
Het station van Brugge werd in juli 2012 wettelijk beschermd als bouwkundig erfgoed.
BRUGES
STEMPEL HHFDZAKELIJK GEBRUIKT DOOR DE STAATSLIJN EN DE GAND-EECLOO-BRUGGE TOT AAN DE OVERNAME IN 1896
TYPE C
BRUGES / ╬ ╬
BRUGES / (MARCHANDISES)
TYPE D
BRUGES / N° 1
BRUGES / N° 2
BRUGES / N° 5
BRUGES N° 6 / ╬ ╬
BRUGGE N° 3 / BRUGES N° 3
BRUGES ( STATION )
STEMPEL HOOFDZAKELIJK GEBRUIKT DOOR DE STAATSLIJN EN DE FLANDRE OCCIDENTALE TOT AAN DE OVERNAME IN 1906
TYPE A
TYPE B
BRUGES (STATION)
TYPE B
BRUGES (STon)
TYPE B
BRUGES (ST.)
TYPE C
BRUGES ( STATION ) / ╬ ╬ / blanco / * *
BRUGES ( STATION ) / C RECETTES 3
BRUGES ( CENTRAL )
STEMPEL VAN DE STAATSLIJN DOCH OOK GEBRUIKT DOOR DE FLANDRE OCCIDENTALE TOT AAN DE OVERNAME IN 1906
TYPE C
BRUGES -CENTRAL / ╬ ╬
TYPE D
BRUGES ( CENT N° 1) / BRUGES (C) N° 1
BRUGES CENTRAAL 2 / BRUGES -CENTRAL
Bronnen
- Atlas van de Buurtwegen, opgesteld naar aanleiding van de wet op de buurtwegen van 10 april 1841, schaal 1:2.500 (overzichtsplannen schaal 1:10.000).
- Atlas Cadastral parcellaire de la Belgique, Philippe-Christian Popp, uitgegeven in 1842-1879, schaal 1:5000.
- Inventarisatie wegen en gebouwen met erfgoedwaarde (thematische inventarisatie, : geografische inventarisatie: van 2016 tot 2018)
- Geschiedenis van de Brugse rand
- BOGAERT C. & LANCLUS K. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Assenede, Eeklo, Kaprijke, Maldegem en Sint-Laureins,
- DE BOT H., Stationsarchitectuur in België. Deel I 1835-1914, Turnhout, 2002, p. 195-196.
- RAU J., Het Damme van toen en omgeving, Brugge, 1981, p. 124.
- Treinmuseum Maldegem
- Heemkundige Kring Het Ambacht Maldegem 1986.
- Met dank aan alle medeverzamelaars en in het bijzonder aan Harold van Lier en Patrick Gheysels voor de ingezonden stukken
Eigen verzameling
WEFIS
Wikipedia